C C Ergens in 't wilde westen F C Woonde eens een Grote Beer. C C Een Indiaan, een hele beste F G C Want op zijn hoofd droeg hij een veer. C C 's Avonds als die mane licht kwam F C Dan keek 'ie uren naar die maan. C C Tot zijn vrouw riep, uit de wigwam F G C Dat 'ie van haar d'r heen kon gaan. [Chorus] F C O Grote Beer, o Grote Beer G C Zo ging de hele stam te keer. F C O Grote Beer, o Grote Beer G C Waardoor zien we jou nooit meer? [Verse 2] C C Maar Grote Beer werd toen bezeten F C Door dat reisje naar de maan. C C De president liet hem toen weten F G C Dat 'ie per raket kon gaan. C C Alle and're ruimtedieren F C waren op, dus kijk 'es aan. C C De blanke hebben toch manieren F G C Nu Grote Beer voor hun mocht gaan. [Chorus] F C O Grote Beer, o Grote Beer G C Zo ging de hele stam te keer. F C O Grote Beer, o Grote Beer G C Waardoor zien we jou nooit meer? [Verse 3] C C Weken lang werd niet vernomen F C Hoe het ging met Grote Beer. C C Uit de lucht was slechts gekomen: F G C "Iep, Iep, Iep, Iep, Uch" maar ook niets meer. C C Eindelijk kwam er een berichie F C Bij de raad van oudsten aan. C C Grote Beer is naar z'n nichie F G C En zweeft voorgoed nu om de maan. [Chorus] F C O Grote Beer, o Grote Beer G C Zo ging de hele stam te keer. F C O Grote Beer, o Grote Beer G C Waardoor zien we jou nooit meer? [Verse 4] C C Maar z'n vrouw las alle boeken F C Over maan en sterrentrouw C C En na dagen naastig zoeken F G C Riep ze; "Ah, een and're vrouw C C Man zie hier, wat een gezemel F C Lees maar hier, bij helder weer C C Zie je duid'lijk aan die hemel F G C Een grote en een kleine Beer" [Chorus] F C O Grote Beer, o Grote Beer G C Zo ging de hele stam te keer. F C O Grote Beer, o Grote Beer G C Eind'lijk zien we jou toch weer? [Outro] C F Een grote en een kleine C G C Eind'lijk zien we weer die Beer.