INTRO
D
E|-------2-------2-4--3-2---|
B|-----3--3---3----5--4-3---|
G|----2------2--------------|
D|-0------------------------|
A|--------------------------|
E|--------------------------|
VERSE 1
D
Ik sta te dromen op de brug
E A
ik zie de bomen in het water
D
ik zie de lucht en even later
E E7 A
voel ik de blikken in mijn rug
D
van alle mensen die daar staan
G D
en die mij streng vertoornd vragen:
D
moest jij dat echt zo nodig wagen?
E A D
Waarom deed jij haar zoiets aan?
VERSE 1 tweede helft
F#m Bm
Ik weet het best, het is mijn schuld
F#m Bm
dat ik te vroeg met je moet trouwen
E A
maar voor 't genoeglijk nestje bouwen
E A
had de natuur toch geen geduld
D
Het was zo'n zachte nacht in mei
G
maar ga dat maar eens expliceren
D
aan al die dames en die heren
E A D
die meer geluk hadden dan wij
VERSE 2
D
Men zegt tot mij: je bent een vod,
E A
je bent de schand van de familie,
D
van onze propere domicilie.
E A
Denk eens aan ons en ook aan God
D
En daarbij trekt men dan een smoel
G D
alsof ik knoflook heb gegeten
D
Van zo'n vent wil geen christen weten
E A D
die kwetst het eerbaarheidsgevoel
VERSE 2 tweede helft
F#m Bm
Des zondags luistert men naar het woord
F#m Bm
en psalm zingt luide altegader
E A
Maar ik sta buiten als de dader
E A
van een negatieve moord
D
Vergeving en verdraagzaamheid
G D
ja die zijn goed voor liberalen
D
Van die onchristelijke kwalen
E A D
is mijn familie gans bevrijd
VERSE 3
D
Een wijze oom is advocaat
E A
en regelt onze huwelijkszaken
D
Een hok met uitzicht op de daken
E E7 A
want anders stonden we op straat
D
Mevrouw hiernaast, die alles ziet
G D
zit achter het raam en wringt haar handen
D
Ze roept gekwetst: het is een schande
E A D
omdat jij moeder wordt, zij niet
VERSE 3 tweede helft
F#m Bm
Als ik jouw kind was, lieve schat
F#m Bm
dan werd ik liever niet geboren
E A
dan liet ik niets meer van me horen
E A
dan bleef ik zitten waar ik zat
D
Want de familie, lieve meid
G D
is met de toestand zo verlegen
D
We hebben de kliek nu eenmaal tegen
E A D
want zij trouwden wel op tijd
OUTRO
D
A
D