INTRO F CHORUS F Bb De sexuele voorlichting F C7 dat is een zeer gewichtig ding C7 F Wie dacht dat alles zo maar ging G#m C7 is een conservatieveling F Bb De ooievaar heeft afgedaan F C7 waar komen de kindertjes nu vandaan? C7 F Wat moeten we met de toestand aan? Bb C7 F Dat kan toch zo niet verder gaan? VERSE 1 F C7 Er zit een dominee in de tv Bb C7 F die wijst op de gevaren F C7 Die knikt van ja en schudt van nee Bb C7 F maar kan ze niet verklaren Em Am Want vroeger mocht hij verkonden: G C de hele zaak is een zonde F C7 Vandaag de dag gaat dat niet meer, Bb C7 F dat mag je niet meer zeggen. C G C Maar hoe moet een dominee, lieve Heer, Bb C7 F de zaak nu uit gaan leggen? VERSE 2 F C7 De avond daarna dan komt de pastoor Bb C7 F die eens met ons gaat praten F C7 Hij vindt het kan er nog wel mee door Bb C F maar hou het in de gaten Em Am Want ook voor hem is het moeilijk G C want vroeger was het verfoeilijk F C7 Maar nu moet er water in de wijn Bb C7 F nu moet hij voor gaan lichten C G C Maar voor een pastoor zal dat moeilijk zijn Bb C7 F zo'n zaak te gaan belichten VERSE 3 F C7 De humanist heeft de volgende beurt, Bb C7 F die zegt zelfs vieze woorden, F C7 zodat heel Holland zachtjes kleurt, Bb C7 F want zulks is erger dan moorden. Em Am Maar hij heeft toch iets eerlijkers, G C hij zegt: er is niets heerlijkers. F C7 We komen er doodgewoon rond voor uit, Bb C7 F dat mag zo vreemd niet heten. C G C En zelfs moet de allerjongste spruit Bb C7 F elk detail reeds weten. CHORUS F Bb De sexuele voorlichting F C7 dat is een zeer gewichtig ding C7 F Wie dacht dat alles zo maar ging G#m C7 is een conservatieveling F Bb De ooievaar heeft afgedaan F C7 waar komen de kindertjes nu vandaan? C7 F Wat moeten we met de toestand aan? Bb C7 F Dat kan toch zo niet verder gaan?