FFFFFF
[Verse 1]
FDm
Ome Arie was ongeveer tachtig,
FDm
Ome Willem was ook net zoiets;
GmC
ze vonden het leven nog prachtig,
C7F
ze zaten nog recht op de fiets.
FDm
Ze zagen elkaar alle dagen
FDm
in het dorp, in het kleine café;
GmC
ze hielden van sarren en plagen
C7FF
als ze samen biljartten, die twee.
[Chorus]
FAm
Café Biljart, café Biljart,
FC
klein stukje groen voor het eenzame hart;
C7C7
schuifje zegt: klik, balletje: tik,
C7FFFF
die ene ben jij en die ander ben ik.
[Verse 2]
FDm
't Was steeds een sigaar en een slokje,
FDm
al hesen ze niet meer zo snel;
GmC
ze keken niet eens op hun klokje,
C7F
zo gingen ze op in hun spel.
FDm
En boven het groen van het laken,
FDm
daar leken ze jonger, zowaar;
GmC
ze probeerden elkaar af te maken,
C7FF
maar ze konden niet buiten mekaar.
[Chorus]
FAm
Café Biljart, café Biljart,
FC
klein stukje groen voor het eenzame hart;
C7C7
schuifje zegt: klik, balletje: tik,
C7FFFF
die ene ben jij en die ander ben ik.
[Verse 3]
FDm
't Was koud, 't was eind januari,
FDm
en Willem stond al aan de tap;
GmC
toen kwam iemand zeggen dat Arie niet kwam,
C7F
eerst had het nog iets van een grap.
FDm
En Willem, dat was een aparte,
FDm
hij zei toen hij de boodschap ontving:
GmC
"Alleen kan een mens niet biljarten ",
C7FFFF
hij zette zijn pet op en ging.
[End-Chorus]
FAm
Café Biljart, café Biljart,
FC
klein stukje groen voor het eenzame hart;
C7C7
schuifje zegt: klik, balletje: tik,
C7 (let ring) F F F F (let ring)
die ene ben jij en die ander ben ik.