Daar
ken je nog die plaats
aan het lege strand
Waar
we ooit naar de overkant vaarden, wij elkaar 
nooit meer zagen, en jaren vervaagden
want oeverloos kwam je nooit aan

Blijf
bij me als een bootje
dat stil naast me 
drijft
ik ben maar een meisje in't water, dat verstijft
als een boei die me vasthoudt
een drijfhouten mast
zijn schip is hij kwijt

Zout 
De zee smaakt zou koud
Ik hou me vast aan de wind
Ik stroom en ik droom
dat een jutter me vindt

Meer
was ik als een meermin
voor jou, je kwam
weer, 
dreef ik dan de zee in met jou
ik alleen
als jij tegen me
deint, om me heen spoelt en 
zachtjes tegen me aanmeert

Zout 
De zee smaakt zou koud
Ik hou me vast aan de wind
Ik stroom en ik droom
dat een jutter me vindt

me meeneemt
me droogt en belooft
dat ik dit keer
niet meer, nooit meer droom

Je beeft
Gaf je me je handen, je haren
Ik wreef
Ze wel tot ze gloeiden en straalden
tot je bleef
in de waan dat we vaarden
Tot waar'k 
min of meermin
het water uit dreef

Zout 
De zee smaakt zou koud
Ik hou me vast aan de wind
Ik stroom en ik droom
dat een jutter me vindt
    Page 1 / 1

    Lyrics and title
    Chords and artist

    reset settings
    OK