Grauwend beginsel vol verlangen en nijd Psalmen in naam van de menselijkheid Meedogend, hovaardig en lustend naar macht Krijsend bij daglicht maar bang van de nacht Gelijkheid, de vrijheid en 't grote verhaal De kosmische orde werkt centripetaal Geen pijler schraagt nu nog het hemelgewelf "Er is maar één god en die god is het Zelf!" Een tandloze bek vol flauwekul Een hondensmoel en een korte lul De Wereldboom groeit door je kont ? Je vingers in je eigen stront ! De ziener werd blind door de scheiding der delen Nu kan niets zijn zwakheid nog langer verhelen Het bespotte icoon - Het object van zijn blaam Maar allen aanschouwen Jehova's ware erfgenaam Het einde in zicht voor de innerlijke kring Hoorngeschal roept op het nieuwe geding De troepen verzameld - de oorlog ontlokt Niemand die nog geeft om wat teistert of schokt Zij zien niet meer neer op wat onder hen zwicht Wat bij schemering ontwaakt erkent geen recht - enkel plicht 't Verraderlijk tuig voor hun voeten weggemaaid Herstel van de Wet : men oogst wat men zaait ! Aan bloeddorst en wraak afdoende voldaan Herneemt 't zonnespan zijn rechtmatige baan Gebroken is nu die bedrieglijke as Die 't heelal roteren doet rond het zwakke mensenras Eeuwen van kommer, bespot en bedrogen Maar Midgard behoort nu opnieuw aan de Hogen in de eigen drek wentelt vindt niet langer plaats