D                              A         D
Ik plantte ne keer patatten, patatten, patatten
D                              A     D      D  A  D
Ik plantte ne keer patatten in mijne grond


[Verse 2]
D                          A         D
Wa komt eruit gekropen, gekropen, gekropen?
D                          A     D      D  A  D
Wa komt eruit gekropen uit mijne grond?


[Verse 3]
D                             A          D
Eén twee drie landmeters, landmeters, landmeters
D                            A     D      D  A  D
Eén twee drie landmeters uit mijne grond


[Verse 4]
D                                   A        D
En ze slaan daar overal staksjes, staksjes, staksjes
D                                A     D      D  A  D
Ze slaan daar overal staksjes in mijne grond


[Verse 5]
D                                       A             D
En wa groeit er aan die staksjes, die staksjes, die staksjes
D                                A     D      D  A  D
Wa groeit er aan die staksjes in mijne grond


[Verse 6]
D                          A          D
Kranen en bulldozers, bulldozers, bulldozers
D                       A     D      D  A  D
Kranen en bulldozers in mijne grond


[Verse 7]
D                                   A              D
En heel den dag maar scheppen, maar scheppen, maar scheppen
D                                 A     D      D  A  D
En heel den dag maar scheppen van mijne grond


[Verse 8]
D                                 A            D
En heel den dag maar gieten, maar gieten, maar gieten
D                              A     D      D  A  D
En heel den dag maar gieten op mijne grond


[Verse 9]
D                                    A            D
En wat is't dat ze daar gieten, daar gieten, daar gieten
D                              A     D      D  A  D
Wat is't dat ze daar gieten op mijne grond


[Verse 10]
D                      A        D
't is beton en asfalt, asfalt, asfalt
D                        A     D      D  A  D
't is beton en asfalt op mijne grond


[Verse 11]
D                        A         D
Bovenop mijn patattan, patattan, patattan
D                        A     D      D  A  D
Bovenop mijn patattan in mijne grond


[Verse 12]
D                               A           D
En't begon ferme te stinken, te stinken, te stinken
D                            A     D      D  A  D
't begon ferme te stinken op mijne grond


[Verse 13]
D                               A           D
En dat duurde zo wa maanden, wa maanden, wa maanden
D                           A     D      D  A  D
Dat duurde zo wa maanden op mijne grond


[Verse 14]
D                           A          D
Maar dan komt de koning, de koning, de koning
D                     A     D      D  A  D
Dan komt de koning op mijne grond


[Verse 15]
D                               A            D
Dan komt ook de minister, de minister, de minister
D                           A     D      D  A  D
Dan komt ook de minister op mijne grond


[Verse 16]
D                                  A           D
En't begon nog meer te stinken, te stinken, te stinken
D                               A     D      D  A  D
't begon nog meer te stinken op mijne grond


[Verse 17]
D                                      A              D
En dan komt ook heel 't leger, heel 't leger, heel 't leger
D                                A     D      D  A  D
Dan passeert heel 't leger langs mijne grond


[Verse 18]
D                               A           D
En honderdduizend toeristen, toeristen, toeristen
D                                 A     D      D  A  D
En honderdduizend toeristen langs mijne grond


[Verse 19]
D                                    A             D
En wat vragen die toeristen, die toeristen, die toeristen
D                              A     D      D  A  D
Wat vragen die toeristen langs mijne grond


[Verse 20]
D                                 A         D
Zeg, verkoop je geen patatten, patatten, patatten
D                            A   D        A  D
Verkoop je geen patatten van uwe grond !?